MVO-rapportage nu wettelijke plicht

Sinds vorige maand is het een feit: MVO-rapportage is een wettelijke plicht, dat wil zeggen voor een beperkte groep bedrijven. Nederland geeft hiermee uitvoering geeft aan de Europese “richtlijn voor niet-financiële rapportage”. Maar het is zeer de vraag of dit tot meer transparantie gaat leiden en tot betere informatie. Er is veel kritiek: Nederland kiest niet alleen het allerlaagste ambitieniveau in de uitvoering, maar er is ook een risico op greenwashing. Intussen blijkt uit onderzoek dat nog geen enkel bedrijf zonder meer aan de nieuwe eisen voldoet. Er zijn meer ontwikkelingen op het gebied van MVO-transparantie, we zetten ze hier op een rijtje.

MVO-rapportage nu wettelijke plicht

Niet- financiële informatie 

Nederland heeft sinds vorige maand een wettelijke plicht tot MVO-rapportage; het “besluit bekendmaking niet-financiële informatie” is gepubliceerd en in werking getreden. De plicht gaat gelden voor een beperkte groep bedrijven: grote beursvennootschappen, banken en verzekeraars met meer dan 500 werknemers. Dat zijn in Nederland ongeveer 120 bedrijven. Van hen wordt verwacht dat zij vanaf 2018 (de rapportage over boekjaar 2017) een ‘niet-financiële verklaring’ in hun bestuursverslag opnemen. Daarin moet staan hoe ze omgaan met milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping. Dit is inclusief de wijze waarop de onderneming due diligence invult. Deze nieuwe verplichting komt voort uit de EU-richtlijn over niet-financiële informatie. Overigens kunnen bedrijven ook in de verklaring vermelden dat er geen beleid is (‘comply or explain’).

Minimale ambitie

Bij het omzetten van de Europese richtlijn naar Nederlandse wetgeving is ervoor gekozen om de Europese richtlijn zo minimaal mogelijk uit te voeren. Dit met het argument om de kosten voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden. Dat is een gemiste kans, vindt zeker het MVO Platform dat herhaaldelijk voorstellen naar voren bracht voor meer ambitie, zoals een grotere doelgroep, koppeling met risicosectoren, en stevig toezicht op de naleving.  Maar er zijn meer partijen ontevreden, ook bedrijven die MVO redelijk op orde hebben mopperen, bijvoorbeeld over het feit dat de wet voorbij gaat aan de ontwikkeling dat steeds meer bedrijven overgaan op geïntegreerd rapporteren, in plaats van een apart MVO-verslag. De wet vraagt nu toch weer een aparte verklaring. De wet sluit ook niet aan bij de ontwikkeling om materialiteit centraal te stellen, zoals bijvoorbeeld GRI nu voorschrijft.

Greenwashing

De grootste zwakte van de nieuwe verplichting is echter dat verificatie van de informatie niet is voorgeschreven. Van de accountant wordt alleen verwacht dat hij controleert óf de niet-financiële verklaring aanwezig is; de juistheid van de informatie hoeft niet gecontroleerd. Zowel de beroepsorganisaties van accountants als beleggers hebben zich hier zeer kritisch over uitgelaten; de deur staat zo immers open voor greenwashing.

Desondanks: een uitdaging 

Het Nederlandse beleid om MVO-rapportage te stimuleren bestaat tot nu toe uit ‘de transparantiebenchmark’, een jaarlijkse ranking en prijsuitreiking. De benchmark vergelijkt de rapportages van (grote) bedrijven en koplopers worden in het zonnetje gezet. Omdat de nieuwe wettelijke bepaling en de transparantiebenchmark een overlappende doelgroep hebben, is het nu de vraag of en hoe de transparantiebenchmark gaan aansluiten bij de nieuwe plicht (en bij andere ontwikkelingen). Er is eerst maar eens onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin bedrijven die deelnemen aan de transparantiebenchmark al voldoen aan de criteria van de nieuwe wettelijke plicht. De opmerkelijke uitkomst van dit onderzoek is dat nog geen enkel bedrijf van een selectie van 26 (koploper)bedrijven voldoet aan de criteria. Bedrijven schieten met name tekort in de informatie over corruptie en omkoping en over mensenrechten. Het is nu de vraag wat de transparantiebenchmark met de uitkomsten van dit onderzoek gaat doen.

Lange termijn waardecreatie

Tegelijk met de nieuwe wettelijke plicht wordt ook de herziene corporate governance code van kracht. Deze (op zich vrijwillige) code wordt voor beursgenoteerde ondernemingen ook een wettelijk plicht. De belangrijkste vernieuwing in de code is het centraal stellen van lange termijn waardecreatie. Het is echter niet precies gedefinieerd hoe dat eruit moet zien, en een verwijzing naar MVO-normen ontbreekt. In eerdere versies van de corporate governance code stonden al bepalingen over MVO-rapportage. Echter, in de monitoring van de naleving werd keer op keer geconstateerd dat de bepalingen m.b.t. MVO slecht worden nageleefd. Dat is echter geheel zonder consequenties gebleven. Voor betere MVO-rapportage kunnen van deze herziene code maar beter niet al te hoge verwachtingen koesteren.

Kansen voor een nieuw kabinet

Er zijn dus meerdere regels en instrumenten die moeten leiden tot betere MVO-transparantie. Maar de meeste gelden slechts voor een kleine groep bedrijven, en bedrijven blijken zich hier makkelijk aan te kunnen onttrekken. De kieswijzer heeft laten zien dat transparantie een onderwerp is waarop meerdere politieke partijen ambities hebben; het is het onderwerp dat het hoogste scoort.  Zeker bij regeringsdeelname van D66 en GroenLinks  zouden kansen kunnen ontstaan om stappen vooruit te zetten in regelgeving voor transparantie. Tegelijkertijd is ook steeds gebleken dat de angst –  of de illusie – van de “enorme administratieve lasten” voor het bedrijfsleven tot enorme weerstand leiden.

Wordt dus vervolgd.

Foto: Joe Duty