De ChristenUnie, GroenLinks, PvdA en SP hebben vandaag de initiatiefnota “Tegen slavernij en uitbuiting – een wettelijke ondergrens voor maatschappelijk verantwoord ondernemen” ingediend in de Tweede Kamer. De nota, die in maart werd aangekondigd, stelt voor om wetgeving in te voeren die bedrijven verplicht om zich te houden aan de OESO-normen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dit betekent dat bedrijven verplicht worden om maatregelen te nemen om risico’s op bijvoorbeeld dwangarbeid, gebrek aan vakbondsvrijheid en ontbossing in hun ketens te voorkomen en aan te pakken. Het MVO Platform is verheugd dat de nota nu is ingediend en hoopt dat het kabinet zich achter het voorstel zal scharen.

Volgens de nota, een initiatief van ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind, verplicht MVO-wetgeving bedrijven om hun ketens te onderzoeken op (risico’s op) mensenrechtenschendingen en milieuschade en een plan van aanpak op te stellen om daadwerkelijke schendingen en risico’s daarop te voorkomen en aan te pakken. Ook moeten bedrijven de mogelijkheid bieden aan slachtoffers van schendingen om een klacht in te dienen. Dit proces van ‘gepaste zorgvuldigheid’ (due diligence) sluit aan op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. De nota pleit ook voor overheidstoezicht op naleving van de wet door bedrijven.

Tot nu toe was de naleving van MVO-normen door bedrijven vrijwillig. De Nederlandse overheid moedigt bedrijven aan om de OESO-richtlijnen na te leven en ondersteunt samenwerkingsinitiatieven tussen maatschappelijke organisaties, vakbonden en bedrijven om problemen in ketens aan te pakken, zoals de IMVO-convenanten. Deze vrijwillige benadering van het MVO-beleid is echter onvoldoende effectief gebleken. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is momenteel bezig met het ontwikkelen van nieuw MVO-beleid, waarin gezocht wordt naar de juiste mix van vrijwillige en bindende beleidsmaatregelen. Uit de diverse onderzoeken die in het kader van deze herziening zijn uitgevoerd wordt duidelijk dat due diligence-wetgeving een nuttige en noodzakelijke aanvulling op het huidige beleid is.

Mensenrechtenschendingen en milieuschade komen nog altijd structureel voor in de ketens van bedrijven die op de Nederlandse markt actief zijn en de meeste Nederlandse bedrijven doen veel te weinig om deze problemen aan te pakken. De meest recente meting van het ministerie van Buitenlandse Zaken laat bijvoorbeeld zien dat slechts 35 procent van de grootste bedrijven in Nederland zegt MVO-normen te onderschrijven.

Het voorstel van de vier partijen past in een internationale trend: in onder meer Frankrijk, Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is al MVO-wetgeving van kracht. Ook de regeringen van Duitsland en Finland ontwikkelen momenteel MVO-wetgeving. In Nederland nam de Eerste Kamer in 2019 de Wet Zorgplicht Kinderarbeid aan; deze wet moet nog worden uitgewerkt door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De politiek heeft hiermee laten zien de aanpak van kinderarbeid in productieketens serieus te nemen – nog beter zou zijn als bedrijven ook verplicht worden om andere risico’s voor arbeidsnormen, mensenrechten en het milieu in hun ketens aan te pakken.

Het MVO Platform pleit er dan ook voor dat het kabinet de initiatiefnota van de ChristenUnie, GroenLinks, de PvdA en de SP overneemt en nog dit jaar met een wetsvoorstel komt. Volgens het MVO Platform is wetgeving een essentieel onderdeel van een doordachte mix van MVO-beleid, waarin de effectiviteit van vrijwillige maatregelen, zoals de IMVO-convenanten, wordt vergroot door de invoering van wettelijke MVO-verplichtingen.